Vocabulary of the day
kleur (Farbe)
Groen (Grün)
Oranje (Orange)
Paars (Violett)
Rood (Rot)
Blauw (Blau)
Geel (Gelb)
Paars (Lila)
gekleurd (Farbig)
Roze (Rosa)
Zwart (Schwarz)
Wit (Weiß)
Marineblauw (Marineblau)
Kaki (Khaki)
Turkoois (Türkis)
Hemelsblauw (Himmelblau)
Olijfgroen (Olivgrün)
Bruin (Braun)
Grijs (Grau)
Helder (Hell)
Donker (Dunkel)
Bont (Bunt)
Zilver (Silber)
Beige (Beige)
Goud (Gold)
Saffraan (Safran)
Limoen (Limette)
Magenta (Magenta)
Munt (Mint)
koraal (Koralle)
Indigo (Indigo)
Vermiljoen (Zinnober)
mosterdgeel (Senfgelb)
